De kunstwerken van Klaas Kloosterboer komen vaak tot stand volgens de cyclus van constructie, vernietiging en reconstructie. Normaal gesproken zijn ze het resultaat van een reeks handelingen die de kunstenaar volgens vooraf bepaalde regels uitvoert. Speciaal voor het tijdelijke clubhuis van Kite Club bij Voorlinden maakte hij samen met zijn vliegerende collega-kunstenaars meerdere vliegers.
Ben jij van huis uit een vliegeraar?
‘Niet direct, maar ik ben van kinds af aan zeiler. Dat geeft een connectie natuurlijk, want je bent ook met de wind bezig. Die ‘luchtigheid’ vind ik heel aantrekkelijk. In Nederland wordt vliegeren nog vaak geassocieerd met kinderen en met spelen, maar internationaal is het juist een hobby en sport voor volwassenen. Zelf word ik enorm vrolijk en blij van vliegeren. Da’s de homo ludens (Latijn voor ‘spelende mens’) in mij en past ook bij mijn werk.’
Had je eerder vliegers gemaakt?
‘Voor mijn werk heb ik weleens eentje gemaakt met een hele lange staart die een figuur vormde. Dat andere elementen invloed hebben op een compositie, dat vind ik heel mooi. En dat je ruimte creëert voor toeval; je gooit bij wijze van spreken een touw op de grond en kijkt hoe die valt. Dus ik heb niet lang getwijfeld toen ik gevraagd werd om met de Kite Club vliegers te maken. Samenwerken met een andere kunstenaar vond ik wel spannend, want dat heb ik nooit eerder gedaan en had ik vroeger nooit aangedurfd; iemand komt dan wel heel dichtbij.’
Waar heb jij inspiratie opgedaan voor je vlieger?
‘Eerder heb ik schitterende vliegers gezien in Zwitserland, een project van de Amerikaanse videokunstenaar Joan Jonas. Ook heeft Bertjan Pot mij een heleboel traditionele vliegers laten zien, bijvoorbeeld uit Japan met gezichten erop. Dat idee vind ik interessant, dat iemand op je neerkijkt vanuit de hoogte, als een soort geestverschijning.
Wat gaat jouw vlieger uiteindelijk worden?
‘Volgens mij zijn er weinig vliegers die gaan over de handeling van het spuiten, van kleur aanbrengen. Daar wil ik wat mee doen, dan verwerk ik er ook een beetje schilderkunst in. Dus ik wil een vlieger bespuiten, en moet daarvoor nodig de juiste kleuren bepalen. De kleur blauw in de lucht werkt bijvoorbeeld bijna camouflerend. En dat subtiele spreekt mij wel aan. Daarnaast wil ik ook een wapperende vorm vóór de vlieger aanbrengen, als een sjerp of sluier. Als je strandjut, dan vind je allemaal plastic en rommel. Zoiets wilde ik laten wapperen in de lucht, zodat je dat materiaal weer transformeert.’
Vind je het lastig vliegers maken?
‘Nee hoor. Ik naai ook veel pakken in mijn werk, ben gewend om achter de naaimachine te zitten. Tegenwoordig werk ik ook veel met losse lappen stof. Ik verander steeds een beetje, ik experimenteer graag. Ter voorbereiding op Voorlinden hebben we alvast meerdere prototypes gemaakt, onder andere een vlieger met een sluier en eentje van gouden folie met gaten erin, en die hij heeft ook al gevlogen! Ook hebben we al een gouden staart geprobeerd, dat is heel prachtig in de wind. Nu hoop ik dat het lekker weer wordt zodat we ook bij Voorlinden kunnen vliegeren.’
Ben je aangestoken door het vliegervirus?
‘Dat weet ik eigenlijk niet zo goed. De vrijheid vind ik heel erg leuk, maar eerst maar eens dit goed doen. Ik heb er heel veel zin in.’